Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten Drie schuintamboers, die kwamen uit het Oosten Van je rombom, wat maal ik er om Die kwamen uit het Oosten, rombom
Eén van de drie zag daar een aardig meisje
Zeg meisje lief, mag ik met jou verkeren?
Zeg jongeman, dat moet je vader vragen.
Zeg ouwe heer, mag ik je dochter trouwen?
Want zij is mij, de schoonste aller vrouwen
Zeg jongeman, zeg mij wat is je rijkdom
Mijn rijkdom is, een trommel met twee stokken
Neen schuintamboer, mijn kind kun jij niet krijgen